Ecologische bouwstenen baggeren en verspreiden Waddenzee : Deelonderzoek: analyse data inventarisatie sublitorale mosselen in de omgeving van de vaargeul Boontjes

Voorbereidend op het opstellen van het tweede beheerplan voor de Waddenzee wordt een activiteitentoets uitgevoerd voor baggeren en verspreiden. De resultaten van de evaluatie van het eerste beheerplan geven aanleiding om effecten van de bodemberoerende activiteiten zoals baggeren en verspreiden op habitats en soorten beter in beeld te brengen en waar mogelijk beter te kwantificeren. - Deze studie bevat een verkenning van ecologische effecten van baggeren op bodemdieren. Daarbij is gebruik gemaakt van de data uit de bemonstering die Wageningen Marine Research sinds 1992 jaarlijks in de Westelijke Wadddenzee uitvoert naar de sublitorale schelpdierbanken en geassocieerde soorten. In de meeste gebieden waar veel gebaggerd wordt, bijv. in komberging Borndiep, worden geen of slechts enkele monsterpunten genomen. In de omgeving van vaargeul de Boontje zijn over de jaren heen wel meerdere locaties bemonsterd, en deze studie heeft zich daarom tot dit gebied beperkt. In de vaarweg is na het verwijderen van een ondiepe drempel in 2012/2013 gebaggerd, met name aan de noordzijde. - Bij de analyses zijn verschillen in totale dichtheid, aantal soorten en soortensamenstelling onderzocht tussen: - Het gebied waar sinds 2012 gebaggerd wordt, en het meer zuidelijk gelegen, niet gebaggerde gebied; - het gebied waar in 2012 een drempelverlaging is uitgevoerd, en de gebieden ten noorden en ten zuiden ervan; - In en buiten de vaargeul Een aantal geobserveerde verschillen zouden op effecten van het baggeren kunnen wijzen: • Een lagere soortenrijkdom in gebaggerd gebied na 2012 in vergelijking met de voorgaande jaren • Een afname van de totale dichtheid in het drempelgebied na 2012 • De lage dichtheid van mosselen na de drempelverlaging in 2012 -De sterke afname sinds 2012 is niet geconstateerd in de hele westelijk Waddenzee, wat op een gebiedsbreed effect van het baggeren kan wijzen. Maar daardoor zijn de veranderingen in gebaggerd en niet gebaggerd gebied niet significant verschillend. Daarnaast zijn de dalende trends al eerder dan 2012 ingezet, en is de verklaarde variantie erg gering. - Helaas is op basis van de huidige beschikbare dataset niet met voldoende zekerheid te zeggen of de waargenomen veranderingen aan de baggeractiviteiten te wijten zijn. Dat komt onder meer omdat de data niet voor dit doel verzameld zijn. Daardoor is het aantal monsterlocaties in verschillende deelgebieden erg wisselend was en met name in de vaargeul van het baggergebied, erg lag.

Saved in:
Bibliographic Details
Main Authors: de Froe, E., Craeymeersch, J.
Format: External research report biblioteca
Language:Dutch
Published: Wageningen Marine Research
Subjects:Life Science,
Online Access:https://research.wur.nl/en/publications/ecologische-bouwstenen-baggeren-en-verspreiden-waddenzee-deelonde
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Voorbereidend op het opstellen van het tweede beheerplan voor de Waddenzee wordt een activiteitentoets uitgevoerd voor baggeren en verspreiden. De resultaten van de evaluatie van het eerste beheerplan geven aanleiding om effecten van de bodemberoerende activiteiten zoals baggeren en verspreiden op habitats en soorten beter in beeld te brengen en waar mogelijk beter te kwantificeren. - Deze studie bevat een verkenning van ecologische effecten van baggeren op bodemdieren. Daarbij is gebruik gemaakt van de data uit de bemonstering die Wageningen Marine Research sinds 1992 jaarlijks in de Westelijke Wadddenzee uitvoert naar de sublitorale schelpdierbanken en geassocieerde soorten. In de meeste gebieden waar veel gebaggerd wordt, bijv. in komberging Borndiep, worden geen of slechts enkele monsterpunten genomen. In de omgeving van vaargeul de Boontje zijn over de jaren heen wel meerdere locaties bemonsterd, en deze studie heeft zich daarom tot dit gebied beperkt. In de vaarweg is na het verwijderen van een ondiepe drempel in 2012/2013 gebaggerd, met name aan de noordzijde. - Bij de analyses zijn verschillen in totale dichtheid, aantal soorten en soortensamenstelling onderzocht tussen: - Het gebied waar sinds 2012 gebaggerd wordt, en het meer zuidelijk gelegen, niet gebaggerde gebied; - het gebied waar in 2012 een drempelverlaging is uitgevoerd, en de gebieden ten noorden en ten zuiden ervan; - In en buiten de vaargeul Een aantal geobserveerde verschillen zouden op effecten van het baggeren kunnen wijzen: • Een lagere soortenrijkdom in gebaggerd gebied na 2012 in vergelijking met de voorgaande jaren • Een afname van de totale dichtheid in het drempelgebied na 2012 • De lage dichtheid van mosselen na de drempelverlaging in 2012 -De sterke afname sinds 2012 is niet geconstateerd in de hele westelijk Waddenzee, wat op een gebiedsbreed effect van het baggeren kan wijzen. Maar daardoor zijn de veranderingen in gebaggerd en niet gebaggerd gebied niet significant verschillend. Daarnaast zijn de dalende trends al eerder dan 2012 ingezet, en is de verklaarde variantie erg gering. - Helaas is op basis van de huidige beschikbare dataset niet met voldoende zekerheid te zeggen of de waargenomen veranderingen aan de baggeractiviteiten te wijten zijn. Dat komt onder meer omdat de data niet voor dit doel verzameld zijn. Daardoor is het aantal monsterlocaties in verschillende deelgebieden erg wisselend was en met name in de vaargeul van het baggergebied, erg lag.