Quickscan impact van visserij en opties voor begrenzing van een oesterbank in de Voordelta
Platte oesters (Ostrea edulis) vormen riffen met een grote biodiversiteit. In 2015 werd in de Voordelta bij de Brouwerdam een wilde bank (ca 40 ha) ontdekt, bestaande uit platte oesters en andere schelpdieren en begroeid met diverse andere soorten. Onder OSPAR en de Habitatrichtlijn kwalificeren oesterbanken als te beschermen habitat, maar op dit moment is het rif in de Voordelta nog niet beschermd. Om de oesterbank beter in beeld te brengen -in aanloop naar mogelijke verdere bescherming- wordt het als onderzoeksgebied aangemerkt (2021-2024), waarvoor visserijmaatregelen zullen worden ingesteld. Daarbij zullen de leeftijdsopbouw, overleving en reproductie van platte oesters in kaart worden gebracht evenals de geassocieerde biodiversiteit. De eerste kennisvraag is welke visserijvormen mogelijk schade zouden kunnen veroorzaken aan benthos/hardsubstraatbewonende organismen, inclusief oesters. Deze vraag is beantwoord met behulp van literatuuronderzoek, aangevuld met expert judgement en een gesprek met de enige visser die in het gebied actief is. Hierbij is uitgegaan van het voorzorgprincipe. De tweede vraag is welke begrenzing rondom het rif gehanteerd zou kunnen worden als visserijmaatregel. Bodemberoerende visserijvormen, zoals garnalenvisserij, zullen het rif zeker aantasten. Voor passieve visserijvormen zoals kooien, korven en staand want, zijn de fysieke effecten op benthos/hardsubstraatbewonende organismen, waarschijnlijk klein of afwezig. Wel kan specifieke visserij op kreeften en krabben zorgen voor een verstoring van de benthische biodiversiteit. Niet alle vergunde visserijvormen komen ook daadwerkelijk bij de oesterbank voor. De enige gebruikte vorm is het GNC-tuig (kieuwnet (omringend); gillnets (circling)) voor visserij op zeebaars en harders, die de oesterbank waarschijnlijk niet aantast. Om inzicht te krijgen in het bodemcontact van het net adviseren we een kleine proef uit te voeren met camera’s. Als visserijmaatregel voor bodemberoerende visserij worden drie bufferzones voorgesteld, gebaseerd op de dimensies van de vistuigen en methodes zoals gebruikt in de garnalenvisserij. De minimale bufferzone is 43 m rondom het oesterbank. Ervan uitgaande dat het rif zich mogelijk nog zal uitbreiden in de toekomst, stellen we ook bufferzones van 50 en 100 m voor.
Main Authors: | , , |
---|---|
Format: | External research report biblioteca |
Language: | Dutch |
Published: |
Wageningen Marine Research
|
Subjects: | Life Science, |
Online Access: | https://research.wur.nl/en/publications/quickscan-impact-van-visserij-en-opties-voor-begrenzing-van-een-o |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Summary: | Platte oesters (Ostrea edulis) vormen riffen met een grote biodiversiteit. In 2015 werd in de Voordelta bij de Brouwerdam een wilde bank (ca 40 ha) ontdekt, bestaande uit platte oesters en andere schelpdieren en begroeid met diverse andere soorten. Onder OSPAR en de Habitatrichtlijn kwalificeren oesterbanken als te beschermen habitat, maar op dit moment is het rif in de Voordelta nog niet beschermd. Om de oesterbank beter in beeld te brengen -in aanloop naar mogelijke verdere bescherming- wordt het als onderzoeksgebied aangemerkt (2021-2024), waarvoor visserijmaatregelen zullen worden ingesteld. Daarbij zullen de leeftijdsopbouw, overleving en reproductie van platte oesters in kaart worden gebracht evenals de geassocieerde biodiversiteit. De eerste kennisvraag is welke visserijvormen mogelijk schade zouden kunnen veroorzaken aan benthos/hardsubstraatbewonende organismen, inclusief oesters. Deze vraag is beantwoord met behulp van literatuuronderzoek, aangevuld met expert judgement en een gesprek met de enige visser die in het gebied actief is. Hierbij is uitgegaan van het voorzorgprincipe. De tweede vraag is welke begrenzing rondom het rif gehanteerd zou kunnen worden als visserijmaatregel. Bodemberoerende visserijvormen, zoals garnalenvisserij, zullen het rif zeker aantasten. Voor passieve visserijvormen zoals kooien, korven en staand want, zijn de fysieke effecten op benthos/hardsubstraatbewonende organismen, waarschijnlijk klein of afwezig. Wel kan specifieke visserij op kreeften en krabben zorgen voor een verstoring van de benthische biodiversiteit. Niet alle vergunde visserijvormen komen ook daadwerkelijk bij de oesterbank voor. De enige gebruikte vorm is het GNC-tuig (kieuwnet (omringend); gillnets (circling)) voor visserij op zeebaars en harders, die de oesterbank waarschijnlijk niet aantast. Om inzicht te krijgen in het bodemcontact van het net adviseren we een kleine proef uit te voeren met camera’s. Als visserijmaatregel voor bodemberoerende visserij worden drie bufferzones voorgesteld, gebaseerd op de dimensies van de vistuigen en methodes zoals gebruikt in de garnalenvisserij. De minimale bufferzone is 43 m rondom het oesterbank. Ervan uitgaande dat het rif zich mogelijk nog zal uitbreiden in de toekomst, stellen we ook bufferzones van 50 en 100 m voor. |
---|