Invloed van teeltfactoren op bacterieel kiemgetal van verse champignons

Zoals bij alle groenten, kun je ook op champignons bacteriën vinden. Deze zijn onschadelijk voor de mens maar als het aantal te hoog is kan dat onder andere de kwaliteit van het product nadelig beïnvloeden. Met die gedachte in het achterhoofd hebben medewerkers van F&F Europe in overleg met PPO Paddestoelen een dataset gemaakt waarin gegevens zijn gecombineerd van het geschatte aantal bacteriën op champignons (kiemgetal) en factoren uit de teeltgeschiedenis van de bewuste champignons. Op deze dataset is een statistische analyse uitgevoerd om te kijken of er een verband bestaat tussen het aantal bacteriën op de champignons en factoren in de teeltgeschiedenis.. Na de analyse bleek dat de dataset slechts beperkt bruikbaar is. De gegevens die uit de teelten zijn verzameld zijn namelijk niet allemaal onafhankelijk van elkaar (uit meting van de één volgt de waarde van de andere factor). Daarnaast bleek dat er te weinig variatie zat in de gemeten factoren voor de 5 bedrijven die voor het onderzoek zijn gebruikt. Een voorbeeld van het gebrek aan variatie binnen één bedrijf: kweekbedrijf 2 teelde steeds ras Sylvan A15 in machinaal geoogste teelten, gebruikte een “van den Top” snijmachine, die telkens aan het einde van de vlucht gereinigd werd met hypochloor. Voorbeelden van gebrek aan variatie tussen bedrijven: Voor alle teelten werd gebruik gemaakt van doorgroeide compost van dezelfde leverancier. Voor watergifte werd uitsluitend gebruik gemaakt van ontijzerd grondwater. Er werd telkens met één type dekaarde gewerkt die met formaline werd schoongemaakt, etc. Dat levert waarschijnlijk prima champignons op, maar voor het vinden van correlaties tussen teeltfactoren en een schatting van het aantal bacteriën op champignons was meer variatie beter geweest. Doordat er per teeltbedrijf steeds vaste combinaties van teeltfactoren in de dataset voorkomen, is het onmogelijk om een uitspraak te doen over het verband tussen de afzonderlijke factoren en het aantal bacteriën op champignons. De geringe variatie in een aantal factoren suggereert verbanden die niet direct logisch lijken. Ter illustratie, er is een statistisch betrouwbare correlatie gevonden tussen het totale teeltoppervlak op de bedrijven en het aantal bacteriën op de champignons. Daarnaast zijn er ook verbanden gevonden die wel erg aannemelijk zijn. Met de huidige dataset kunnen we echter geen harde conclusies trekken. De resultaten van de statistische analyses suggereren dat er verbanden bestaan tussen het gemeten kiemgetal en: • de hoeveelheid water die gesproeid wordt tussen afventileren en oogst • de middelen waarmee snijmachine en transportband worden gereinigd • het gebruikte type dekaarde • koeling tijdens transport • de tijdsduur tussen oogst en transport Helaas zijn deze verbanden niet betrouwbaar genoeg voor het opstellen van adviezen voor de praktijk. De gevonden verbanden geven wel een aanwijzing welke verbanden er zouden kunnen zijn maar dat moet onderbouwd worden met een uitbreiding van de dataset. Niet alleen een uitbreiding van de dataset is belangrijk maar ook het type data. Dus niet meer bedrijven maar beter meer variatie in de teeltkenmerken binnen een beperkt aantal bedrijven. Op deze manier kan straks wellicht wel een teeltadvies gegeven worden dat tot gevolg heeft dat het aantal bacteriën op de champignons tot het gewenste niveau zakt.

Saved in:
Bibliographic Details
Main Authors: Baars, J.J.P., Amsing, J.A., Thissen, J.T.N.M.
Format: External research report biblioteca
Language:Dutch
Published: Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Subjects:agaricus bisporus, cultivation, edible fungi, mushrooms, plant pathogenic bacteria, eetbare paddestoelen, paddestoelen, plantenziekteverwekkende bacteriën, teelt,
Online Access:https://research.wur.nl/en/publications/invloed-van-teeltfactoren-op-bacterieel-kiemgetal-van-verse-champ
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Zoals bij alle groenten, kun je ook op champignons bacteriën vinden. Deze zijn onschadelijk voor de mens maar als het aantal te hoog is kan dat onder andere de kwaliteit van het product nadelig beïnvloeden. Met die gedachte in het achterhoofd hebben medewerkers van F&F Europe in overleg met PPO Paddestoelen een dataset gemaakt waarin gegevens zijn gecombineerd van het geschatte aantal bacteriën op champignons (kiemgetal) en factoren uit de teeltgeschiedenis van de bewuste champignons. Op deze dataset is een statistische analyse uitgevoerd om te kijken of er een verband bestaat tussen het aantal bacteriën op de champignons en factoren in de teeltgeschiedenis.. Na de analyse bleek dat de dataset slechts beperkt bruikbaar is. De gegevens die uit de teelten zijn verzameld zijn namelijk niet allemaal onafhankelijk van elkaar (uit meting van de één volgt de waarde van de andere factor). Daarnaast bleek dat er te weinig variatie zat in de gemeten factoren voor de 5 bedrijven die voor het onderzoek zijn gebruikt. Een voorbeeld van het gebrek aan variatie binnen één bedrijf: kweekbedrijf 2 teelde steeds ras Sylvan A15 in machinaal geoogste teelten, gebruikte een “van den Top” snijmachine, die telkens aan het einde van de vlucht gereinigd werd met hypochloor. Voorbeelden van gebrek aan variatie tussen bedrijven: Voor alle teelten werd gebruik gemaakt van doorgroeide compost van dezelfde leverancier. Voor watergifte werd uitsluitend gebruik gemaakt van ontijzerd grondwater. Er werd telkens met één type dekaarde gewerkt die met formaline werd schoongemaakt, etc. Dat levert waarschijnlijk prima champignons op, maar voor het vinden van correlaties tussen teeltfactoren en een schatting van het aantal bacteriën op champignons was meer variatie beter geweest. Doordat er per teeltbedrijf steeds vaste combinaties van teeltfactoren in de dataset voorkomen, is het onmogelijk om een uitspraak te doen over het verband tussen de afzonderlijke factoren en het aantal bacteriën op champignons. De geringe variatie in een aantal factoren suggereert verbanden die niet direct logisch lijken. Ter illustratie, er is een statistisch betrouwbare correlatie gevonden tussen het totale teeltoppervlak op de bedrijven en het aantal bacteriën op de champignons. Daarnaast zijn er ook verbanden gevonden die wel erg aannemelijk zijn. Met de huidige dataset kunnen we echter geen harde conclusies trekken. De resultaten van de statistische analyses suggereren dat er verbanden bestaan tussen het gemeten kiemgetal en: • de hoeveelheid water die gesproeid wordt tussen afventileren en oogst • de middelen waarmee snijmachine en transportband worden gereinigd • het gebruikte type dekaarde • koeling tijdens transport • de tijdsduur tussen oogst en transport Helaas zijn deze verbanden niet betrouwbaar genoeg voor het opstellen van adviezen voor de praktijk. De gevonden verbanden geven wel een aanwijzing welke verbanden er zouden kunnen zijn maar dat moet onderbouwd worden met een uitbreiding van de dataset. Niet alleen een uitbreiding van de dataset is belangrijk maar ook het type data. Dus niet meer bedrijven maar beter meer variatie in de teeltkenmerken binnen een beperkt aantal bedrijven. Op deze manier kan straks wellicht wel een teeltadvies gegeven worden dat tot gevolg heeft dat het aantal bacteriën op de champignons tot het gewenste niveau zakt.