Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Na het niet meer beschikbaar zijn van de herbicide simazin is er geen goede onkruidbestrijding in knolbegonia meer mogelijk. Vanuit het verleden is bekend dat het gewas gevoelig is voor herbiciden. Omdat de zaailingen, die vanaf half mei buiten worden geplant, in eerste instantie traag wortelen is mechanische onkruidbestrijding geen optie. De planten worden bij aanraking direct van de wortel getrokken wat tot afsterven leidt. In dit onderzoek is de werking van fenmedifam (1 l/ha) alleen of in combinatie met metamitron (0,5 kg/ha) onderzocht bij drie cultivars. Uit eerder onderzoek bleek deze combinatie bij Dahlia, ook gevoelig voor herbiciden, toepasbaar te zijn. De combinatie van de twee middelen bleek behoorlijk effectief na in het begin viermaal wekelijks toegepast te zijn. Later in het seizoen ontstond er volgens de kweker toch weer onkruid en was de algehele werking volgens hem toch minder dan die van in het verleden gebruikte middelen. Wel is er gewasschade (groeiremming, verbrande bladranden) geconstateerd, één week na de laatste van de vier bespuitingen. Het gewas groeide later volgens de kweker door de schade heen. Uiteindelijk leidden de bespuitingen met de combinatie van middelen niet tot betrouwbaar minder knollen of lager totaal oogstgewicht of een lager gemiddeld knolgewicht. Slechts bij één cultivar is er een tendens dat de combinatie voor een opbrengstreductie zorgde. Dit is een eerste aanwijzing dat er mogelijkheden zijn voor het toepassen van andere herbiciden dan in het verleden. Verder onderzoek moet aangeven hoe groot de kans op schade is. Verder lijkt voor vervolgonderzoek de toepassing van enkele bodemherbiciden interessant vanwege specifieke omstandigheden direct na het planten waarbij de bodem vochtig blijft.

Saved in:
Bibliographic Details
Main Authors: van Leeuwen, P.J., Koster, A.T.J., Trompert, J.P.T.
Format: External research report biblioteca
Language:Dutch
Published: Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Subjects:agricultural research, begonia tuberhybrida, cultivation, herbicides, ornamental bulbs, plant protection, weed control, bloembollen, gewasbescherming, herbiciden, landbouwkundig onderzoek, onkruidbestrijding, teelt,
Online Access:https://research.wur.nl/en/publications/onderzoek-naar-bruikbare-herbiciden-in-knolbegonia
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Na het niet meer beschikbaar zijn van de herbicide simazin is er geen goede onkruidbestrijding in knolbegonia meer mogelijk. Vanuit het verleden is bekend dat het gewas gevoelig is voor herbiciden. Omdat de zaailingen, die vanaf half mei buiten worden geplant, in eerste instantie traag wortelen is mechanische onkruidbestrijding geen optie. De planten worden bij aanraking direct van de wortel getrokken wat tot afsterven leidt. In dit onderzoek is de werking van fenmedifam (1 l/ha) alleen of in combinatie met metamitron (0,5 kg/ha) onderzocht bij drie cultivars. Uit eerder onderzoek bleek deze combinatie bij Dahlia, ook gevoelig voor herbiciden, toepasbaar te zijn. De combinatie van de twee middelen bleek behoorlijk effectief na in het begin viermaal wekelijks toegepast te zijn. Later in het seizoen ontstond er volgens de kweker toch weer onkruid en was de algehele werking volgens hem toch minder dan die van in het verleden gebruikte middelen. Wel is er gewasschade (groeiremming, verbrande bladranden) geconstateerd, één week na de laatste van de vier bespuitingen. Het gewas groeide later volgens de kweker door de schade heen. Uiteindelijk leidden de bespuitingen met de combinatie van middelen niet tot betrouwbaar minder knollen of lager totaal oogstgewicht of een lager gemiddeld knolgewicht. Slechts bij één cultivar is er een tendens dat de combinatie voor een opbrengstreductie zorgde. Dit is een eerste aanwijzing dat er mogelijkheden zijn voor het toepassen van andere herbiciden dan in het verleden. Verder onderzoek moet aangeven hoe groot de kans op schade is. Verder lijkt voor vervolgonderzoek de toepassing van enkele bodemherbiciden interessant vanwege specifieke omstandigheden direct na het planten waarbij de bodem vochtig blijft.