Bemesting op biologische bedrijven nog vaak erg onevenwichtig
In dit artikel wordt de huidige situatie in de biologische praktijk op BIOM innovatiebedrijven behandeld. BIOM staat voor Biologische Innovatie en Omschakeling. De innovatiegroep bestaat uit 25 bedrijven. Gegevens in bijgaande tabel: Overschotten op de nutriëntenbalansen BIOM-innovatiebedrijven 1999. Gegevens in bijgaande figuren: 1) Nutriënteninzet op de innovatiebedrijven van BIOM in 1999: (a) P2O5 (mest en depositie), (b) N (mest, depositie en fixatie); 2) Werkzame N (equivalent met kunstmest N) op de BIOM-innovatiebedrijven 1999 (a) diverse mestsoorten en (b) totaal mest en voorvruchten; 3) (a) Gemiddelde N-behoefte per innovatiebedrijf 1999 en (b) het verschil tussen aanbod en behoefte (overschot: positief = N-over, negatief = N-tekort)
Main Authors: | , |
---|---|
Format: | Article/Letter to editor biblioteca |
Language: | Dutch |
Subjects: | Netherlands, agricultural law, environmental control, farmyard manure, field crops, nitrogen, nutrient balance, organic farming, phosphorus fertilizers, potassium fertilizers, Nederland, agrarisch recht, biologische landbouw, fosformeststoffen, kaliummeststoffen, milieubeheersing, stalmest, stikstof, veldgewassen, voedingsstoffenbalans, |
Online Access: | https://research.wur.nl/en/publications/bemesting-op-biologische-bedrijven-nog-vaak-erg-onevenwichtig |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Summary: | In dit artikel wordt de huidige situatie in de biologische praktijk op BIOM innovatiebedrijven behandeld. BIOM staat voor Biologische Innovatie en Omschakeling. De innovatiegroep bestaat uit 25 bedrijven. Gegevens in bijgaande tabel: Overschotten op de nutriëntenbalansen BIOM-innovatiebedrijven 1999. Gegevens in bijgaande figuren: 1) Nutriënteninzet op de innovatiebedrijven van BIOM in 1999: (a) P2O5 (mest en depositie), (b) N (mest, depositie en fixatie); 2) Werkzame N (equivalent met kunstmest N) op de BIOM-innovatiebedrijven 1999 (a) diverse mestsoorten en (b) totaal mest en voorvruchten; 3) (a) Gemiddelde N-behoefte per innovatiebedrijf 1999 en (b) het verschil tussen aanbod en behoefte (overschot: positief = N-over, negatief = N-tekort) |
---|