Monitoring recreatiegedrag van Nederlanders in landelijke gebieden : jaar 2006/2007
Om het recreatiegedrag te kunnen monitoren, neemt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) deel aan het Continu VrijeTijds Onderzoek (CVTO). Voor het CVTO worden wekelijks circa 350 personen van 0 jaar en ouder ondervraagd over hun vrijetijdsactiviteiten in de afgelopen week. Door deze gegevens te analyseren, komt er inzicht hoe en door wie het groen wordt gebruikt. Het bosbezoek is ten opzichte van 2004/2005 afgenomen en ook de gemiddelde duur is afgenomen. Het bezoek aan agrarische gebieden is eveneens afgenomen, maar de gemiddelde duur is ongeveer gelijk gebleven. Het bezoek aan recreatiegebieden is toegenomen, maar de gemiddelde duur is afgenomen. Activiteiten op en aan water, rivier, plas of meer zijn toegenomen, maar de gemiddelde duur is afgenomen. Het bezoek aan natuurgebieden (nat en droog) is gelijk gebleven evenals de gemiddelde duur. Het gemiddelde rapportcijfer voor de aantrekkelijkheid van het landschap direct rond hun eigen woonplaats is een 7,2. Het motief “gezelligheid” wordt gemiddeld het meest genoemd om te gaan recreëren, gevolgd door het motief “even tussen uit”.
Main Author: | |
---|---|
Format: | External research report biblioteca |
Language: | Dutch |
Published: |
WOT Natuur & Milieu
|
Subjects: | forests, human behaviour, leisure activities, monitoring, nature, netherlands, outdoor recreation, recreation, rural areas, bossen, menselijk gedrag, natuur, nederland, openluchtrecreatie, platteland, recreatie, vrijetijdsactiviteiten, |
Online Access: | https://research.wur.nl/en/publications/monitoring-recreatiegedrag-van-nederlanders-in-landelijke-gebiede |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Summary: | Om het recreatiegedrag te kunnen monitoren, neemt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) deel aan het Continu VrijeTijds Onderzoek (CVTO). Voor het CVTO worden wekelijks circa 350 personen van 0 jaar en ouder ondervraagd over hun vrijetijdsactiviteiten in de afgelopen week. Door deze gegevens te analyseren, komt er inzicht hoe en door wie het groen wordt gebruikt. Het bosbezoek is ten opzichte van 2004/2005 afgenomen en ook de gemiddelde duur is afgenomen. Het bezoek aan agrarische gebieden is eveneens afgenomen, maar de gemiddelde duur is ongeveer gelijk gebleven. Het bezoek aan recreatiegebieden is toegenomen, maar de gemiddelde duur is afgenomen. Activiteiten op en aan water, rivier, plas of meer zijn toegenomen, maar de gemiddelde duur is afgenomen. Het bezoek aan natuurgebieden (nat en droog) is gelijk gebleven evenals de gemiddelde duur. Het gemiddelde rapportcijfer voor de aantrekkelijkheid van het landschap direct rond hun eigen woonplaats is een 7,2. Het motief “gezelligheid” wordt gemiddeld het meest genoemd om te gaan recreëren, gevolgd door het motief “even tussen uit”. |
---|