Mineralisatie van bodem en mest, een indicator op basis van (bio) chemische parameters
Van vijf verschillende bodemparameters is de geschiktheid als mineralisatie-indicator onderzocht. Daarbij is gebruik gemaakt van twee verschillende experimenten met maïs en gras op de proefboerderij de Marke. Van de maïsproef werd de verwachting dat de verschillende behandelingen hadden geleid tot een verschil in mineralisatie, niet bevestigd. Bij de grasproef werd de verwachting dat de uitangssituatie voor alle behandelingen gelijk was wel bevestigd. Berekeningen met XCLNCE, een eenvoudig model voor bodem-organische stof lieten zien dat de kans op een statistisch betrouwbaar effect van de verschillende behandelingen in de maïsproef ook niet erg groot was. N-totaal de beste relatie met de gemeten mineralisatie, tenminste, als de range tussen lage en hoge N-totaal gehaltes groot genoeg was. Blijkbaar is dat een voorwaarde voor deze mineralisatie-indicator. Dat wordt nu nader onderzocht, maar als dat klopt, is hij niet erg gevoelig.
Main Author: | |
---|---|
Format: | External research report biblioteca |
Language: | Dutch |
Published: |
Alterra
|
Subjects: | carbon, crop residues, grasslands, indicators, manures, mineralization, netherlands, nitrogen, soil organic matter, zea mays, graslanden, indicatoren, koolstof, mest, mineralisatie, nederland, oogstresten, organisch bodemmateriaal, stikstof, |
Online Access: | https://research.wur.nl/en/publications/mineralisatie-van-bodem-en-mest-een-indicator-op-basis-van-bio-ch |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Summary: | Van vijf verschillende bodemparameters is de geschiktheid als mineralisatie-indicator onderzocht. Daarbij is gebruik gemaakt van twee verschillende experimenten met maïs en gras op de proefboerderij de Marke. Van de maïsproef werd de verwachting dat de verschillende behandelingen hadden geleid tot een verschil in mineralisatie, niet bevestigd. Bij de grasproef werd de verwachting dat de uitangssituatie voor alle behandelingen gelijk was wel bevestigd. Berekeningen met XCLNCE, een eenvoudig model voor bodem-organische stof lieten zien dat de kans op een statistisch betrouwbaar effect van de verschillende behandelingen in de maïsproef ook niet erg groot was. N-totaal de beste relatie met de gemeten mineralisatie, tenminste, als de range tussen lage en hoge N-totaal gehaltes groot genoeg was. Blijkbaar is dat een voorwaarde voor deze mineralisatie-indicator. Dat wordt nu nader onderzocht, maar als dat klopt, is hij niet erg gevoelig. |
---|