Kavelruilproject Bergeijk-Keersop; een verkennende bodemkundige en hydrologische studie

Het onderzoeksgebied Bergeijk-Keersop is een beekdal ingesneden in grove, goed doorlatende, zanden behorende tot de Formatie van Sterksel. De holocene dalopvulling bestaat uit veen en gelaagde, zandige beekafzettingen. Vanaf de middeleeuwen zijn de beekdalgronden opgehoogd met een 50-130 cm dik plaggendek. Sinds de ontginning van de heide wordt in het zuidelijk deel van het onderzoeksgebied veel kwelwater afgevangen in een stelsel van sloten. Als gevolg van de stuw bij Westerhoven treed benedenstroomseen potentiaalverschil op in het grondwater. Het grondwater is sterk antroprogeen beinvloed blijkens verhoogde kalium- en nitraatgehaltes. De fosfaatgehalten van de eerdlagen zijn op de meeste plaatsen te hoog voor de ontwikkeling van natuurlijke schraalgraslanden, zodat afgraven of uitmijnen noodzakelijk is. De cultuurhistorische referentie 1870 en de ecologische streefbeelden vallen niet samen, zodat een keuze moet worden gemaakt in het realiseren van de gewenste (natuur)doelen.

Saved in:
Bibliographic Details
Main Authors: Maas, G.J., Runhaar, J., Jansen, P.C., Dirkx, G.H.P., Vrielink, J.G.
Format: External research report biblioteca
Language:Dutch
Published: Staring Centrum
Subjects:ecohydrology, kempen, land consolidation, maps, netherlands, noord-brabant, soil surveys, water table, bodemkarteringen, ecohydrologie, grondwaterspiegel, kaarten, nederland, ruilverkaveling,
Online Access:https://research.wur.nl/en/publications/kavelruilproject-bergeijk-keersop-een-verkennende-bodemkundige-en
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Het onderzoeksgebied Bergeijk-Keersop is een beekdal ingesneden in grove, goed doorlatende, zanden behorende tot de Formatie van Sterksel. De holocene dalopvulling bestaat uit veen en gelaagde, zandige beekafzettingen. Vanaf de middeleeuwen zijn de beekdalgronden opgehoogd met een 50-130 cm dik plaggendek. Sinds de ontginning van de heide wordt in het zuidelijk deel van het onderzoeksgebied veel kwelwater afgevangen in een stelsel van sloten. Als gevolg van de stuw bij Westerhoven treed benedenstroomseen potentiaalverschil op in het grondwater. Het grondwater is sterk antroprogeen beinvloed blijkens verhoogde kalium- en nitraatgehaltes. De fosfaatgehalten van de eerdlagen zijn op de meeste plaatsen te hoog voor de ontwikkeling van natuurlijke schraalgraslanden, zodat afgraven of uitmijnen noodzakelijk is. De cultuurhistorische referentie 1870 en de ecologische streefbeelden vallen niet samen, zodat een keuze moet worden gemaakt in het realiseren van de gewenste (natuur)doelen.