Effectiviteit van inundatie voor de bestrijding van het bedrieglijk maiswortelknobbelaaltje Meloidogyne fallax : Resultaten bakkenproef inundatie 2022

Het maiswortelknobbelaaltjes Meloidogyne chitwoodi en het bedrieglijk maiswortelknobbelaaltje M. fallax zijn aaltjessoorten die wijd verspreid binnen Nederland voorkomen en aanzienlijke schade kunnen veroorzaken in diverse akkerbouwgewassen en andere vollegrondsteelten. Mogelijkheden om besmettingen met deze aaltjessoorten te beheersen zijn beperkt. M. chitwoodi en M. fallax zijn quarantaine aaltjes, wat betekent dat vermeerderingsmateriaal zoals aardappelpootgoed vrij moet zijn van deze aaltjessoorten. Al bij een zeer lage veldbesmetting kan het vermeerderingsmateriaal besmet raken. Vermeerderingsmateriaal dient daarom geteeld te worden op percelen die vrij zijn van M. chitwoodi en M. fallax. Inundatie, het langdurig onder water zetten van een perceel, is een zeer effectieve methode om een groot aantal bodempathogenen waaronder nematoden te bestrijden. Uit onderzoek dat WUR | OpenTeelten de afgelopen jaren heeft uitgevoerd (onder laboratoriumomstandigheden en op praktijkpercelen) blijkt dat inundatie ook zeer effectief is voor de bestrijding van M. chitwoodi. Metingen op praktijkpercelen hebben bevestigd dat met een goed uitgevoerde inundatie (minimaal 12 weken bij >16oC) een M. chitwoodibesmetting volledig kan worden gesaneerd. Het is niet duidelijk of ook M. fallax met inundatie goed te bestrijden is. In opdracht van BO Akkerbouw is nu onderzoek uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het effect van inundatie op een M. fallax besmetting. De effectiviteit van inundatie voor de bestrijding van M. fallax is onderzocht in een bakkenproef onder geconditioneerde omstandigheden; bij een continue temperatuur van 18°C en een inundatie-duur van 14 weken. De proef is uitgevoerd met een zandgrond (Dronten) en een dalgrond (Valthermond), beide met een natuurlijke M. fallax-besmetting. Om met meer nauwkeurigheid het effect van de inundatie vast te kunnen stellen, is er naast de natuurlijke besmetting ook een kunstmatige besmetting (inoculumzakjes) met M. fallax en de referenties M. chitwoodi, aardappelcysteaaltje (Globodera pallida) - en bietencysteaaltjes (Heterodera schachtii) aangebracht. Na 14 weken inundatie bij continu 18°C werd het water afgelaten, de grond terug gedroogd tot veldcapacitiet en werden er (grond) monsters genomen voor het bepalen van de eindbesmetting. In zowel de bulkgrond (natuurlijke besmetting) als in de inoculumzakjes werd geen M. fallax-besmetting meer gevonden. Ook de doding van M. chitwoodi en die van de aardappelcysteaaltjes was zeer sterk. Zoals verwacht had een deel van de bietencysteaaltjes de inundatie overleefd. Om eventuele besmettingen die onder de detectiegrens liggen toch waar te kunnen nemen, is met het restant van de geïnundeerde grond een biotoets met tomaat uitgevoerd. Door het telen van het voor M. fallax en M. chitwoodi goede waardgewas tomaat op de geïnundeerde grond zal een mogelijke (niet detecteerbare) rest-besmetting zich op de tomaat vermeerderen en weer toenemen tot een aantoonbare besmetting. Ook in deze biotoets werd in de gronden die waren geïnundeerd geen besmetting met M. fallax of M. chitwoodi meer aangetoond. De resultaten van dit onderzoek maken het zeer aannemelijk dat met inundatie ook M. fallax goed te bestrijden is. Aanvullende metingen op praktijkpercelen zijn gewenst om deze conclusie verder te onderbouwen en het definitieve bewijs te leveren.

Saved in:
Bibliographic Details
Main Authors: Visser, J.H.M., Molendijk, L.P.G.
Format: External research report biblioteca
Language:Dutch
Published: Wageningen Plant Research
Subjects:Life Science,
Online Access:https://research.wur.nl/en/publications/effectiviteit-van-inundatie-voor-de-bestrijding-van-het-bedriegli
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!