Cumulatieve impact van mosselzaadinvang (MZI) op de bodem onder MZI-locaties in de Waddenzee : een verkennende studie
In voorliggend rapport wordt een verkennend onderzoek naar de effecten van mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s) op de bodemsamenstelling in de Waddenzee gepresenteerd. MZI’s worden gebruikt om mosselzaad in te vangen. Het doel van het onderzoek is om te bepalen of deze grootschalige invang van mosselzaad een lokaal effect heeft op de bodem. Hoewel MZI’s geen direct contact maken met de bodem, is er interactie met de bodem door biodepositie. Mosselen nemen voedsel op via waterfiltratie en scheiden onverteerd organisch en anorganisch materiaal uit als feces of pseudofeces, wat naar de bodem onder de MZI’s zinkt. Dit kan leiden tot organische verrijking van de bodem. Om te onderzoeken in welke mate dit optreedt, zijn monsters genomen op transecten door drie MZI-locaties in de Waddenzee: Malzwin, Gat van Stompe en Vogelzand. Monsters werden genomen op drie monitoringsmomenten: voor de ontwikkeling van de MZI-mosselen (T1), wanneer de maximale mosselbiomassa en daarmee de maximale biodepositie aanwezig is, (T2) en nadat het grootste deel van de mosselen is geoogst (T3). Voorliggend rapport presenteert en bespreekt de bevindingen en resultaten van de analyse van een deel van de genomen monsters en wel het derde monitoringsmoment van de locaties Malzwin en Gat van Stompe. Deze locaties worden als representatief beschouwd voor de mogelijke impact van MZI’s op de bodemsamenstelling in de Waddenzee. Het derde monitoringsmoment representeert het moment waarop de verwachting is dat de cumulatieve impact het hoogste is. Het is hiermee een verkennende studie naar de cumulatieve impact van MZI’s op de bodem. In deze rapportage is specifiek gekeken naar de data van een aantal sedimentparameters onder de MZI’s waarvan bekend is dat ze sterk beïnvloed kunnen worden door de biodepositie van mosselen. De monsters werden geanalyseerd op de aanwezigheid van organisch stofgehalte, korrelgrootte en de aanwezigheid van stabiele isotopen. Op basis van de gemiddelde waarden, transectpatronen en multivariate NMDS-plots lijkt het erop dat er geen merkbare effecten van MZI’s zijn op de gemeten parameters. Dat er geen duidelijke patronen, afwijkingen of grote verschillen zijn waargenomen tussen de MZI-gebieden en daarbuiten suggereert dat de MZI’s geen merkbare cumulatieve invloed hebben op de gemeten sedimentparameters.
Main Authors: | , |
---|---|
Format: | External research report biblioteca |
Language: | Dutch |
Published: |
Wageningen Marine Research
|
Subjects: | Life Science, |
Online Access: | https://research.wur.nl/en/publications/cumulatieve-impact-van-mosselzaadinvang-mzi-op-de-bodem-onder-mzi |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Summary: | In voorliggend rapport wordt een verkennend onderzoek naar de effecten van mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s) op de bodemsamenstelling in de Waddenzee gepresenteerd. MZI’s worden gebruikt om mosselzaad in te vangen. Het doel van het onderzoek is om te bepalen of deze grootschalige invang van mosselzaad een lokaal effect heeft op de bodem. Hoewel MZI’s geen direct contact maken met de bodem, is er interactie met de bodem door biodepositie. Mosselen nemen voedsel op via waterfiltratie en scheiden onverteerd organisch en anorganisch materiaal uit als feces of pseudofeces, wat naar de bodem onder de MZI’s zinkt. Dit kan leiden tot organische verrijking van de bodem. Om te onderzoeken in welke mate dit optreedt, zijn monsters genomen op transecten door drie MZI-locaties in de Waddenzee: Malzwin, Gat van Stompe en Vogelzand. Monsters werden genomen op drie monitoringsmomenten: voor de ontwikkeling van de MZI-mosselen (T1), wanneer de maximale mosselbiomassa en daarmee de maximale biodepositie aanwezig is, (T2) en nadat het grootste deel van de mosselen is geoogst (T3). Voorliggend rapport presenteert en bespreekt de bevindingen en resultaten van de analyse van een deel van de genomen monsters en wel het derde monitoringsmoment van de locaties Malzwin en Gat van Stompe. Deze locaties worden als representatief beschouwd voor de mogelijke impact van MZI’s op de bodemsamenstelling in de Waddenzee. Het derde monitoringsmoment representeert het moment waarop de verwachting is dat de cumulatieve impact het hoogste is. Het is hiermee een verkennende studie naar de cumulatieve impact van MZI’s op de bodem. In deze rapportage is specifiek gekeken naar de data van een aantal sedimentparameters onder de MZI’s waarvan bekend is dat ze sterk beïnvloed kunnen worden door de biodepositie van mosselen. De monsters werden geanalyseerd op de aanwezigheid van organisch stofgehalte, korrelgrootte en de aanwezigheid van stabiele isotopen. Op basis van de gemiddelde waarden, transectpatronen en multivariate NMDS-plots lijkt het erop dat er geen merkbare effecten van MZI’s zijn op de gemeten parameters. Dat er geen duidelijke patronen, afwijkingen of grote verschillen zijn waargenomen tussen de MZI-gebieden en daarbuiten suggereert dat de MZI’s geen merkbare cumulatieve invloed hebben op de gemeten sedimentparameters. |
---|