Enquete Erwinia bij hyacint. Enquete naar de Erwinia aantasting bij hyacint bij de teelt (over 2002) en de handel (over 2002 en 2003)

Erwinia heeft in 2002 en naar later bleek ook in 2003 en beperkt ook al eerder voor zeer veel aantasting gezorgd vooral in koud leverbaar en plantgoed. Het betrof een nieuw symptoom dat daarvoor slechts incidenteel voorkwam. De aanvankelijk volkomen gave gezonde bollen lopen daarbij in enkele dagen tijd geheel leeg: zgn. “leeglopers”. Bij leverbaar en plantgoed trad dit veelal op kort na een verwerking van de bollen. Bij plantgoed kon dit ook nog kort na de heetstook plaatsvinden maar ook een iets ander symptoom: zgn. “kroepoek”. Ook bij de handel kon dit optreden na bijvoorbeeld het overpakken in kleinverpakking waarna bij verzending in dozen met andere bolgewassen door de leeglopende en stinkende bollen het gehele pakket verloren ging. De combinatie van verwerken bij hoge temperatuur en RV (die vaak in 2002 voorkwamen) werd veelal als mogelijke oorzaak ervaren. Dit trad echter niet op bij alle bedrijven en vaak ook alleen in bepaalde partijen of jaargangen op een bedrijf. Hierdoor rees het vermoeden dat het ook te maken moet hebben met een bepaalde aanwezige besmetting met mogelijk andere Erwinia-soorten of -stammen, die mogelijk onder de hoge temperatuur meer aanwezig waren of meer in staat waren de bollen aan te tasten. De ernst van de schade was aanleiding tot het houden van een enquête onder zowel de telers als de handel. De vele mogelijke invloeden gedurende de gehele teelt en de overeenkomst met rotverschijnselen in andere gewassen zoals iris, Muscari en Zantedeschia leidde tot een enquête bij de teelt in mei/juni 2003 over de ervaringen in 2002 en in december bij de handel over de ervaringen in 2002 en 2003. De respons op de enquêtes was goed. Voor de teelt gaf de uitgebreidheid, de complexiteit van de aantasting en het geven van gegevens over een periode die bijna een jaar geleden speelde, wel de nodige beperkingen t.a.v. de betrouwbaarheid. Naast verwachte relaties tussen handelingen en aantasting werden ook aanwijzingen gevonden die nader onderzoek vergen.

Saved in:
Bibliographic Details
Main Author: Vreeburg, P.J.M.
Format: External research report biblioteca
Language:Dutch
Published: Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Subjects:agricultural research, agricultural trade, erwinia, growers, hyacinthus, ornamental bulbs, plant diseases, plant protection, planting stock, questionnaires, agrarische handel, bloembollen, gewasbescherming, kwekers, landbouwkundig onderzoek, plantenziekten, plantmateriaal, vragenlijsten,
Online Access:https://research.wur.nl/en/publications/enquete-erwinia-bij-hyacint-enquete-naar-de-erwinia-aantasting-bi
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Erwinia heeft in 2002 en naar later bleek ook in 2003 en beperkt ook al eerder voor zeer veel aantasting gezorgd vooral in koud leverbaar en plantgoed. Het betrof een nieuw symptoom dat daarvoor slechts incidenteel voorkwam. De aanvankelijk volkomen gave gezonde bollen lopen daarbij in enkele dagen tijd geheel leeg: zgn. “leeglopers”. Bij leverbaar en plantgoed trad dit veelal op kort na een verwerking van de bollen. Bij plantgoed kon dit ook nog kort na de heetstook plaatsvinden maar ook een iets ander symptoom: zgn. “kroepoek”. Ook bij de handel kon dit optreden na bijvoorbeeld het overpakken in kleinverpakking waarna bij verzending in dozen met andere bolgewassen door de leeglopende en stinkende bollen het gehele pakket verloren ging. De combinatie van verwerken bij hoge temperatuur en RV (die vaak in 2002 voorkwamen) werd veelal als mogelijke oorzaak ervaren. Dit trad echter niet op bij alle bedrijven en vaak ook alleen in bepaalde partijen of jaargangen op een bedrijf. Hierdoor rees het vermoeden dat het ook te maken moet hebben met een bepaalde aanwezige besmetting met mogelijk andere Erwinia-soorten of -stammen, die mogelijk onder de hoge temperatuur meer aanwezig waren of meer in staat waren de bollen aan te tasten. De ernst van de schade was aanleiding tot het houden van een enquête onder zowel de telers als de handel. De vele mogelijke invloeden gedurende de gehele teelt en de overeenkomst met rotverschijnselen in andere gewassen zoals iris, Muscari en Zantedeschia leidde tot een enquête bij de teelt in mei/juni 2003 over de ervaringen in 2002 en in december bij de handel over de ervaringen in 2002 en 2003. De respons op de enquêtes was goed. Voor de teelt gaf de uitgebreidheid, de complexiteit van de aantasting en het geven van gegevens over een periode die bijna een jaar geleden speelde, wel de nodige beperkingen t.a.v. de betrouwbaarheid. Naast verwachte relaties tussen handelingen en aantasting werden ook aanwijzingen gevonden die nader onderzoek vergen.