Natuurpotentie in graslanden bij Muggenbeet en Duinigermeer : resultaten van een ecopedologisch en bodemchemisch onderzoek

Voor veertien graslandpercelen (ca. 30 ha) in de omgeving van Muggenbeet, in het overgangsgebied tussen De Wieden en de Weerribben zijn in opdracht van Natuurmonumenten de potenties voor natte schraallanden onderzocht. Volgens de benadering van de Landschapsleutel is een Landschapsecologische systeemanalyse uitgevoerd. Bestaande regionale en lokale gegevens over geologie, geomorfologie, hydrologie en bodem zijn gecombineerd om een aantal primaire standplaatsen te kunnen onderscheiden. Hierbij is zowel gebruik gemaakt van bestaande gegevens als van nieuwe in het veld verzamelde gegevens en bodemmonsters. Er komen voornamelijk 'Eutrofe, matig basenrijke veengronden' voor met een gunstige vochttoestand en zuurgraad voor de doeltypen Blauwgrasland en Dotterbloemhooiland. Ook de voedselrijkdom, afgemeten aan de fosfaattoestand, is overwegend gunstig. Aanbevelingen zijn gedaan voor verbeteringen in de waterhuishouding en het beheer

Saved in:
Bibliographic Details
Main Author: van Delft, S.P.J.
Format: External research report biblioteca
Language:Dutch
Published: Alterra
Subjects:grasslands, landscape ecology, natural areas, noordwest-overijssel, peat soils, phosphates, soil chemistry, soil plant relationships, bodem-plant relaties, bodemchemie, fosfaten, graslanden, landschapsecologie, natuurgebieden, veengronden,
Online Access:https://research.wur.nl/en/publications/natuurpotentie-in-graslanden-bij-muggenbeet-en-duinigermeer-resul
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Voor veertien graslandpercelen (ca. 30 ha) in de omgeving van Muggenbeet, in het overgangsgebied tussen De Wieden en de Weerribben zijn in opdracht van Natuurmonumenten de potenties voor natte schraallanden onderzocht. Volgens de benadering van de Landschapsleutel is een Landschapsecologische systeemanalyse uitgevoerd. Bestaande regionale en lokale gegevens over geologie, geomorfologie, hydrologie en bodem zijn gecombineerd om een aantal primaire standplaatsen te kunnen onderscheiden. Hierbij is zowel gebruik gemaakt van bestaande gegevens als van nieuwe in het veld verzamelde gegevens en bodemmonsters. Er komen voornamelijk 'Eutrofe, matig basenrijke veengronden' voor met een gunstige vochttoestand en zuurgraad voor de doeltypen Blauwgrasland en Dotterbloemhooiland. Ook de voedselrijkdom, afgemeten aan de fosfaattoestand, is overwegend gunstig. Aanbevelingen zijn gedaan voor verbeteringen in de waterhuishouding en het beheer