Screening CAM-fotosynthese Bromelia's

De ‘normale’ wijze van CO2-opname bij de meeste planten gebeurt overdag, wanneer er licht is om de opgenomen CO2 door middel van fotosynthese direct om te zetten in suikers. CO2 wordt opgenomen door de huidmondjes, dus is het nodig dat de huidmondjes overdag (als het licht is) open staan. ‘s Nachts zijn de huidmondjes meestal dicht. Via de huidmondjes gaat ook waterdamp naar buiten, de planten verdampen zo overdag veel meer dan ‘s nachts. Een aantal plantenfamilies (Crassulaceae, Bromeliaceae) hebben ook een andere wijze van CO2-opname. In deze planten zijn de huidmondjes ‘s nachts geopend om CO2 op te nemen, wat wordt opgeslagen in de vorm van malaat (appelzuur). Overdag wordt het malaat weer afgebroken tot CO2, en zonder dat het de plant verlaat, direct voor de fotosynthese gebruikt. Zo kan de plant de huidmondjes overdag gesloten houden om de verdamping binnen de perken te houden. Dit mechanisme heet CAM-fotosynthese (Crassulacean Acid Metabolism). Sommige planten kunnen niet anders dan CAM-fotosynthese bedrijven (obligaat CAM), andere plantensoorten kunnen switchen van gewone C3-fotosynthese naar CAM en weer terug (facultatief CAM), afhankelijk van de watervoorziening. Een volledige omschakeling kan echter enkele dagen duren. In de praktijk komt het regelmatig voor dat Bromelia’s die het C3-fotosynthesepad gebruiken naast Bromelia’s staan die het CAM-pad gebruiken. Omdat de een overdag zijn huidmondjes open heeft om CO2 op te nemen en de ander ’s nachts, is kennis van het gebruikte fotosynthesepad bij Bromelia’s nodig om optimaal CO2 te kunnen doseren. Ook bij toepassing van assimilatiebelichting is deze kennis van belang. In de literatuur worden voornamelijk soortechte Bromelia’s behandeld, en van de in de sierteelt gebruikte kruisingen en selecties is vaak niet bekend of deze C3- of CAM-fotosynthese gebruiken. Door een eerste screening van door de Bromelia-kwekers aangegeven soorten is duidelijk geworden welk fotosynthesepad wordt gebruikt bij de geteste soorten. De resultaten blijken in overeenstemming te zijn met wat er in de literatuur bekend was van in de natuur groeiende soorten. Álle geteste Guzmania’s (Ostara, Soledo, Tempo, Torch en minor ‘Rondo’) en Vriesea’s (Astrid, Barbara, Charlotte, Christina, Era, Miranda, Splenriet en x poelmannii) met uitzondering van Vriesea ‘Charlotte’ gebruiken het C3-fotosynthesepad. Het CAMfotosynthesepad wordt gebruikt door Aechmea fasciata ‘Primera’, Aechmea ‘Blue Rain’, Ananas comosus ‘Variegatus’, Billbergia ‘Windii’, Neoregelia carolinae ‘Meyendorffie’, Nidularium billbergioides ‘Criterium’, Tillandsia flabellata en Tillandsia usneoides. Tillandsia cyanea ‘Anita’ blijkt hoofdzakelijk C3-fotosynthse te bedrijven. Mogelijk kan wel facultatief naar CAM-fotosynthese worden overgeschakeld wanneer de teeltomstandigheden anders zijn. Dag en nacht CO2 doseren tot 800 ppm bij obligate CAM-planten laat vooral een verhoging van het malaatgehalte zien bij jonge en halfwas planten.

Saved in:
Bibliographic Details
Main Authors: Warmenhoven, M.G., Marissen, A., Garcia Victoria, N.
Format: External research report biblioteca
Language:Dutch
Published: Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Subjects:bromeliaceae, cam pathway, ornamental bromeliads, photosynthesis, bromelia's als sierplanten, cam cyclus, fotosynthese,
Online Access:https://research.wur.nl/en/publications/screening-cam-fotosynthese-bromelias
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:De ‘normale’ wijze van CO2-opname bij de meeste planten gebeurt overdag, wanneer er licht is om de opgenomen CO2 door middel van fotosynthese direct om te zetten in suikers. CO2 wordt opgenomen door de huidmondjes, dus is het nodig dat de huidmondjes overdag (als het licht is) open staan. ‘s Nachts zijn de huidmondjes meestal dicht. Via de huidmondjes gaat ook waterdamp naar buiten, de planten verdampen zo overdag veel meer dan ‘s nachts. Een aantal plantenfamilies (Crassulaceae, Bromeliaceae) hebben ook een andere wijze van CO2-opname. In deze planten zijn de huidmondjes ‘s nachts geopend om CO2 op te nemen, wat wordt opgeslagen in de vorm van malaat (appelzuur). Overdag wordt het malaat weer afgebroken tot CO2, en zonder dat het de plant verlaat, direct voor de fotosynthese gebruikt. Zo kan de plant de huidmondjes overdag gesloten houden om de verdamping binnen de perken te houden. Dit mechanisme heet CAM-fotosynthese (Crassulacean Acid Metabolism). Sommige planten kunnen niet anders dan CAM-fotosynthese bedrijven (obligaat CAM), andere plantensoorten kunnen switchen van gewone C3-fotosynthese naar CAM en weer terug (facultatief CAM), afhankelijk van de watervoorziening. Een volledige omschakeling kan echter enkele dagen duren. In de praktijk komt het regelmatig voor dat Bromelia’s die het C3-fotosynthesepad gebruiken naast Bromelia’s staan die het CAM-pad gebruiken. Omdat de een overdag zijn huidmondjes open heeft om CO2 op te nemen en de ander ’s nachts, is kennis van het gebruikte fotosynthesepad bij Bromelia’s nodig om optimaal CO2 te kunnen doseren. Ook bij toepassing van assimilatiebelichting is deze kennis van belang. In de literatuur worden voornamelijk soortechte Bromelia’s behandeld, en van de in de sierteelt gebruikte kruisingen en selecties is vaak niet bekend of deze C3- of CAM-fotosynthese gebruiken. Door een eerste screening van door de Bromelia-kwekers aangegeven soorten is duidelijk geworden welk fotosynthesepad wordt gebruikt bij de geteste soorten. De resultaten blijken in overeenstemming te zijn met wat er in de literatuur bekend was van in de natuur groeiende soorten. Álle geteste Guzmania’s (Ostara, Soledo, Tempo, Torch en minor ‘Rondo’) en Vriesea’s (Astrid, Barbara, Charlotte, Christina, Era, Miranda, Splenriet en x poelmannii) met uitzondering van Vriesea ‘Charlotte’ gebruiken het C3-fotosynthesepad. Het CAMfotosynthesepad wordt gebruikt door Aechmea fasciata ‘Primera’, Aechmea ‘Blue Rain’, Ananas comosus ‘Variegatus’, Billbergia ‘Windii’, Neoregelia carolinae ‘Meyendorffie’, Nidularium billbergioides ‘Criterium’, Tillandsia flabellata en Tillandsia usneoides. Tillandsia cyanea ‘Anita’ blijkt hoofdzakelijk C3-fotosynthse te bedrijven. Mogelijk kan wel facultatief naar CAM-fotosynthese worden overgeschakeld wanneer de teeltomstandigheden anders zijn. Dag en nacht CO2 doseren tot 800 ppm bij obligate CAM-planten laat vooral een verhoging van het malaatgehalte zien bij jonge en halfwas planten.